next up previous
Next: About this document ... Up: hovo Previous: hovo


ORTHOGONALITEIT

In het volgende willen we enkele opmerkingen maken met betrekking tot de orthogonaliteit van de golffuncties van het waterstofatoom. Allereerst definiëren we de zogenaamde Bohrstraal als
\begin{displaymath}
a \equiv {4\pi \epsilon_0 \hbar^2 \over me^2} = 0.529 \times 10^{-10}~{\rm m}.
\end{displaymath} (1)

Hiermee kunnen we de genormeerde golffuncties voor het waterstofatoom schrijven als
\begin{displaymath}
\psi_{nlm} = \sqrt{ \left( {2 \over na} \right)^3
{(n-l-1)...
...^{2l+1} \left( {2r \over na} \right)
Y_l^m (\theta , \phi ),
\end{displaymath} (2)

met
\begin{displaymath}
L_{q-p}^p(x) \equiv (-1)^p \left( {d \over dx} \right)^p L_q(x)
\end{displaymath} (3)

de geassocieerde Laguerre polynoom en
\begin{displaymath}
L_q(x) \equiv e^x \left( {d \over dx} \right)^q \left( e^{-x}x^q \right)
\end{displaymath} (4)

de $q^{\rm de}$ Laguerre polynoom.


De oplossingen zijn onderling orthogonaal,

\begin{displaymath}
\int \psi_{nlm}^*\psi_{n^\prime l^\prime m^\prime}
r^2 \s...
...
= \delta_{nn^\prime} \delta_{ll^\prime} \delta_{mm^\prime}.
\end{displaymath} (5)

Merk op dat golffuncties orthogonaal zijn als het hoofdquantumgetal $n$ verschillend is. Voor twee golffuncties met gelijk hoofdquantumgetal zorgen de sferisch harmonische functie $Y_l^m(\theta , \phi )$ voor de orthogonaliteit. Merk verder op dat in de integraal1 voor orthogonaliteit het volume-element $d{\bf r}$ geschreven wordt als
\begin{displaymath}
d{\bf r} = r^2 \sin \theta drd\theta d\phi .
\end{displaymath} (6)


De orthogonaliteit van de sferisch harmonische functies hebben we expliciet afgeleid. De functies $Y_l^m(\theta , \phi )$ kunnen geschreven worden als

\begin{displaymath}
Y_l^m(\theta , \phi ) = N_l^m P_l^{\vert m \vert} (\cos{\theta})
e^{im\phi},
\end{displaymath} (7)

waarbij de laagste-orde sferisch harmonische functies worden gegeven door
\begin{displaymath}
\begin{array}{ll}
Y_0^0 (\theta , \phi ) & = \sqrt{1 \over...
...= \sqrt{5 \over 16\pi}(3\cos^2{\theta} -1) . \\
\end{array}
\end{displaymath} (8)

We weten dat de functies $e^{im\phi}$ orthogonaal zijn (zie bijvoorbeeld hoofdstuk 2 over Fourieranalyse). We hebben ook laten zien dat de Legendre polynomen $P_l^{\vert m \vert}(x)$ orthogonaal zijn: dat is gedemonstreerd in paragraaf 7.1.2, waarbij het niet uit maakt dat we voor $x = \cos{\theta}$ kiezen.
Figuur 1: Radiële golffuncties voor het elektron in het waterstofatoom voor diverse quantumgetallen $n$ en $l$. Het bereik loopt van $r = 0$ tot $r = 10$ Å.
\includegraphics[width=15cm]{Figures/radwave.eps}


Het rest ons dus om aan te tonen dat ook de radiële golffuncties (voor verschillende $n$) orthogonaal zijn.


De laagste-orde radiële golffuncties van een één-elektron atoom kunnen expliciet geschreven worden als

\begin{displaymath}
\begin{array}{lll}
n=1~~~~~ & l=0~~~~~ & \chi_{10} = 2a^{-...
...a} \right)^2 e^{-{r \over 3a}}, \\
& ... & \\
\end{array}
\end{displaymath} (9)

Enkele radiële golffuncties voor het elektron in het waterstofatoom zijn weergegeven in Fig. 1. Merk op dat enkele van deze functies zowel een positieve als negatieve bijdrage hebben.


Fig. 2 toont de corresponderende radiële waarschijnlijkheidsdichtheden voor het waterstofatoom.

Figuur 2: De radiële waarschijnlijkheidsdichtheid voor het elektron in het waterstofatoom voor diverse quantumgetallen $n$ en $l$.
\includegraphics[width=14cm]{Figures/Fig26.eps}
De totale waarschijnlijkheid om een elektron in een baan aan te treffen wordt gegeven door
\begin{displaymath}
< \chi_{nl}(r) \vert \chi_{nl}(r) >
\int \chi_{nl}^*(r) \c...
... d{\bf r} =
\int \chi_{nl}^*(r) \chi_{nl}(r) 4\pi r^2 dr .
\end{displaymath} (10)

De waarschijnlijkheidsdichtheden getoond in Fig. 2 komen overeen met de integrand $\chi_{nl}^*(r) \chi_{nl}(r) 4\pi r^2$ van vergelijking (10).


Tenslotte laten we de orthogonaliteit expliciet zien voor de radiële golffuncties $\chi_{10}(r)$ en $\chi_{20}(r)$. De functies zijn geplot in Fig. 1. Orthogonaliteit betekent

$\displaystyle < \chi_{10}(r) \vert \chi_{20}(r) >$ $\textstyle =$ $\displaystyle \int_0^\infty \chi_{10}^*(r) \chi_{20}(r) d{\bf r}$  
  $\textstyle =$ $\displaystyle \int_0^\infty \chi_{10}^*(r) \chi_{20}(r) 4\pi r^2 dr$  
  $\textstyle =$ $\displaystyle \int_0^\infty \left( 2a^{-3/2}e^{-r/a} \right)
\left( {1 \over \s...
...}} a^{-3/2} \left( 1-{r \over 2a}
\right) e^{-{r \over 2a}} \right) 4\pi r^2 dr$  
  $\textstyle =$ $\displaystyle 4\sqrt{2}\pi a^{-3} \int_0^\infty \left( 1-{r \over 2a}
\right) r^2 e^{-{3r \over 2a}} dr$  
  $\textstyle =$ $\displaystyle 0$  

Figuur 3: De integrand van vergelijking (11) wordt getoond als functie van $r$. De totale sum is gelijk aan nul.
\includegraphics[width=15cm]{Figures/ortho.eps}
Figuur 3 toont de integrand van vergelijking (11) als functie van $r$. De totale sum is gelijk aan nul, waarbij bewezen is dat de radiële functies $\chi_{10}(r)$ en $\chi_{20}(r)$ orthogonaal zijn.
next up previous
Next: About this document ... Up: hovo Previous: hovo
Jo van den Brand 2004-11-27