Retersbeck voorouders
Van Stamvader Jan UBACHS, Johan van Ubachsberg, zijn de voorouders niet zo goed bekend. Van zijn vrouw Katharina van Retersbeck zijn de voorouders wel goed gedocumenteerd. Zie het DIAGRAM.
Bijzonder is Walram van RETERSBEEK waarvan vermeld is:
Walram van Retersbeek staat genoemd als bezitter van de hof Retersbeek te Klimmen (niet te verwarren met de Retersbekerhof). Walram werd in 1335 door de graaf van Gelre met deze hof beleend. De acte van verheffing is bewaard gebleven en luidt in vertaling: "Ik wapendrage (armiger) van Retersbeek, maak bekend aan allen die de voorliggende brief zullen inzien (...), dat ik heb ontvangen van de zijde van de aanzienlijke man, heer Reynaldus graaf van Gelder, tweehonderd Keulse marken als vergoeding (pagamenti) (...) en wel in ruil voor de trouw en de eer hem door mij bewezen. Voor dat geldbedrag nu draag ik hem mijn hoeve over (supraporto), die gelegen is te Retersbeek, samen met dertig bunder akkerland, tot die hoeve behorend. Ik en mijn erfgenamen zullen voornoemde goederen onafgebroken als leengoed (feodum, feudum) van zijn kant en van de kant van zijn erfgenamen behouden en bezitten (...). Gegeven in het jaar des Heren 1335, 's dindags na het feest van de heilige bisschop Nicolaas."
Verder is vermeld van Christian LEWE in de Duitse Ahnenforschungen :
Geboren um 1290 / 1300, gestorben nach 1372 (waarschijnlijk op een 1 okt)
Levensloop: 1331 / 1371: Schöffe (Schepen) in Aachen, 1338 / 1364; Ratsherr / Aachen, 1346 / 1364: Bürgermeister / Aachen, 1349: Christoffel der Sandkaultorgrafschaft / Aachen, 31 Jul 1369: Provisor des Heiliggeisthauses / Aachen. Er is verder vermeld:
„Er bezog 1338 von der Stadt eine Rente von einem abgebrannten Bauplatz und erhielt 1346 und 1349 mehrfach Renten von der Stadt Aachen ausbezahlt, außerdem besaß er eine Rente an dem Hof des Ritters Werner von Breidenbend zu Orsbach. Er war Teilnehmer an zahlreichen Gesandtschaften: z.B. 1344 nach Brabant in Verhandlungen wegen der Herausforderung des Gerhard Chorus und anderer Bürger zum Zweikampf und in demselben Jahre nach Köln, Düren und Jülich. 1346 beteiligte er sich an einer Gesandtschaft nach Brabant zwecks Erneuerung des Bündnisses zwischen dem Herzog und der Stadt Aachen; 1349 folgen Gesandtschaften an den Markgraf von Jülich nach Düren, Vogelsang, Jülich, Aldenhoven und Nideggen. Verhandlungen über bei Limburg gefangene Aachener Bürger führten ihn in demselben Jahre nach Wittem und Brüssel. In Verhandlungen über Kölner Renten hielt er sich im Jahre 1349 mit zwei anderen Ratsherren 3 Wochen in Köln auf. In die Landfriedensbestrebungen zwischen Maas und Rhein, die nach langen Unterbrechungen 1348 mit einem Bündnis zwischen Kurköln, Jülich und Luxemburg wieder aufgenonmen wurden, wurde 1351 auch Aachen hineingezogen. Damals schlossen Kurköln, Brabant und die Städte Köln und Aachen einen Landfriedensbund. Die Aufhebung ungerechter Zölle und der Schutz der reisenden Kaufleute und Pilger vor Raubgesindel aller Art mußte den handeltreibenden Städten besonders am Herzen liegen. Die Verbündeten bestellten ein Landfriedensgericht, das berufen war, ihre Uneinigkeiten zu schlichten und Friedensverletzungen abzuurteilen. Dieses Gericht setzte sich aus je 3 Vertretern der 4 Verbündeten zusammen, den sog. Geschworenen. Es tagte zu Anfang eines jeden Monats abwechselnd in Aachen, Köln, Lechenich und Kerpen. Christian Lewe wurde am 3.5.1351 als einer der Geschworenen der Stadt Aachen beim Landfriedensbund bezeichnet. 1353 führten ihn dann die Vorbereitungen zur Belagerung des Raubschlosses Gripenkoven bei Erkelenz nach Birkesdorf. Als Geschworener des Landfriedensbundes reiste er 1353 nach Brabant. Er trat jedoch am 25.4.1359 von diesem Amt zurück. Bei der Erneuerung des Landfriedensbundes am 11-11-1364 wurde er abermals zum Geschworenen der Stadt gewählt und bekleidete dann dieses Amt bis zum 8.10.1369.“
Deze Christain LEWE zou getrouwd zijn geweest met Eva N.N. en als dochter is ook Stine LEWE vermeld, waarvan niet zeker is of dat dat de Trude LEWE uit de Stamboom is of mogelijk een zus.
Over Willem van SCHAESBERG getrouwd met Else Retersbeek, zus van Katharine, wordt vermeld:
Willem van Schaesberg heeft 1,5 bunder land in erfpacht gegeven voor 12 vaten rogge en 4 penningen jaarrente, welke hij in 1380 (1480 ?)ten behoeve van zijn zus Catharina, moniale te Sint Gerlach heeft afgestaan, Van deze 1,5 bunder moet zij wel jaarlijks 18 schellingen betalen aan Helsze van Retersbeek, moniale te Reichenstein. In 1383(1483 ?) geeft Catharina deze 1,5 bunder land in erfpacht aan Johan Buseman van Bensenrode voor 12 vaten rogge jaarrente. Het land is belast met 18 schellingen voor Heinrich van der Stroissen.
In de historie van Kasteel Schaesberg worden zowel de geslachten van Retersbeek als Schaesberg genoemd: Johan van Schaesberg huwde in de 14e eeuw met Gertrud van Retersbeek. Het huwelijk bleef kinderloos. Met het overlijden van Johan stierf het geslacht Schaesberg in rechtelijn uit. Erfgenaam was Willem II van Retersbeek. Hij was de stamvader van het nieuwe geslacht Schaesberg. hij noemde zich aanvankelijk van Retersbeek genaamd van Schaesberg, maar in de loop van de 15e eeuw gebruikte hij alleen nog maar de naam van Schaesberg. Wat wel behouden bleef waren de wapens van beide geslachten, die tot een wapenschild werden samengevoegd. Omdat de Fam. Retersbeek die een hertenschedel als wapen voerde, de Schaesbergse goederen overnam, voegde ze dat familiewapen, drie bollen met barensteel, aan het hare toe zodat na enige tijd het gevierendeelde wapen ontstond. Het gemeentewapen van Schaesberg uit 1869 is van dit wapen afgeleid.
Er worden verschillende Johan CHORUS vermeld als Schoeffen (schepen) en burgemeester van de stad Aken. Ook ander familieleden Chorus worden genoemd als schepen van Aken. Ook wordt twee keer een Gerard LEWE vermeld als schepen van Aken. Dus onze voorouders waren belangrijke bestuurders in de stad Aken in de 13e eeuw. Er is een Ritter Chorusstrasse in Aken; deze verwijst naar Gerhard Chorus, die leefde van ~1285 tot 1367. Verdere informatie over deze voorvaderen van Katharina Retersbeck: Henricus dictus Chorus I, Heinrich Chorus II, Gerhard Chorus I, Johannes Chorus I, Johann Chorus II, Gerhard Lewe, Gerhard Lewe II.