Persbericht: Een waterstofatoom met een verzwaard electron
In het Lasercentrum Vrije Universiteit
(LCVU)
zijn onderzoekers erin geslaagd een samengesteld deeltje te produceren, dat
beschreven kan worden als een waterstofatoom met een verzwaard electron.
Dit resultaat zal in het 7 Januari nummer (2002) van Physical Review Letters
gepubliceerd worden. Op 14 December is het artikel reeds
in electronische vorm op de website van
PRL verschenen.
Een reprint van het artikel kan ook gedownload
worden (PDF format):
click hier.
Waterstofatoom
Een waterstofatoom bestaat uit een kern (een proton), met een positieve electrische
lading, en een electron, met een negatieve electrische lading.
Het proton en electron trekken elkaar aan via de electrische (of Coulomb) kracht,
waardoor het waterstofatoom in een gebonden toestand kan bestaan.
De quantummechanica leert dat het waterstofatoom zich niet slechts in
e'e'n, maar in e'e'n van een oneindige reeks van quantumtoestanden kan bevinden.
Dit hangt samen met het feit dat de aantrekkende electrische kracht afneemt met
het kwadraat van de afstand tussen beide deeltjes:
FCoulomb ~ 1/r2
De reeks van toestanden heet ook wel een Rydbergserie,
en de energetische opsplitsing tussen opeenvolgende niveaus wordt bepaald
door de zg. Rydberg constante.
In feite kunnen alle atomen uit het periodiek systeem op dezelfde wijze beschreven worden als
bestaande uit een positief geladen zwaar deeltje (een ion) een een electron
op afstand. De Rydberg series van verschillende atomen zijn zeer vergelijkbaar
(de energie-opsplitsingen tussen opeenvolgende Rydbergtoestanden zijn
nagenoeg hetzelfde).
Dat hangt ermee samen dat de Rydbergconstante
voor alle atomen nagenoeg gelijk is
(variaties van minder dan 1 promille);
de oorzaak hiervan is dat er altijd een electron in het spel is, dat rond
de zware ion-kern beweegt.
Aarde-Zon als Rydberg systeem
De aarde zit in een baan rond de zon, in een gebonden toestand, net als
het electron rond het proton.
De analogie tussen beide systemen bestaat erin dat de aantrekkende kracht
(voor hemellichamen is dat de zwaartekracht) in beide gevallen afneemt met het
kwadraat van de afstand.
Om die reden kan men dezelfde quantummechanische theorie toepassen op
het aarde-zon systeem; het resultaat is de de aarde zich, in zijn huidige baan,
in een toestand bevindt die beschreven kan worden met het quantum getal n
gelijk aan 1074.
Dit is zo enorm groot dat de quantumeigenschappen niet waarneembaar zijn.
Bohr heeft dit aangeduid met het
correspondentieprincipe: bij grote quantumgetallen is de klassieke theorie
geldig; daarom wordt de hemeldynamika beschreven met de klassieke mechanika.
Nieuw systeem: H+H-
In het experiment aan de VU is het electron in het waterstofatoom vervangen
door een ander negatief geladen deeltje, het H- ion,
dat echter veel zwaarder is.
In de titel van het artikel is sprake van "zware Rydberg toestanden".
De quantummechnica leert dat de energieniveaus veel dichter op elkaar
liggen, de opsplitsingen zijn duizend maal kleiner geworden (om
precies te zijn 918.5761 maal; de massa's zijn zeer nauwkeurig bekend).
Daarmee is het H+H- systeem interessant, om het overgangsgebied tussen
het klassieke en het quantummechanische domein te bestuderen.
In het experiment wordt uitgegaan van een waterstof-molekuul,
dat wordt beschoten met twee opeenvolgende laserpulsen.
Het H2 molekuul wordt op gecontroleerde wijze in een situatie van
extreme ladingsscheiding gebracht, met aan de ene kant een positief geladen proton
(of H+) en aan de andere kant een negatief geladen ion (H-).
De H+ en H- worden op een zodanig grote afstand gebracht
(typisch 700 nanometer), dat de feitelijke uitgebreidheid van het H-
deeltje (kleiner dan 1 nm) geen rol speelt.
Het H+H- systeem zit dan in
toestanden met quantum getallen tussen 1000 en 4000, afhankelijk van de
laserinstellingen. Daarom zeggen we: het H+H- systeem
is een prototype-systeem om het overgangsdomein tussen quantummechanika en
klassieke dynamika te bestuderen.
Het H+H- systeem wordt door de lasers geproduceerd in een
electrisch veld (enkele Volts per cm), waardoor het H+H-
"deeltje" een tolbeweging gaat uitvoeren.
Als dan na verloop van tijd het H- ion uit het systeem wordt
gesleurd, door snel een sterk electrisch veld aan te leggen (op een
tijdschaal van 100 nanoseconden), kan de tolbeweging gevolgd worden.
Deze tolbeweging is langzamer (weer duizend keer) dan in het gewone waterstofatoom,
en dit kan begrepen worden, zowel vanuit de quantummechanische als de klassieke
theorie.
Quantum-Klassiek
Het H+H- systeem kan in aanzet quantummechanisch beschreven
worden. Wij hebben dat gedaan voor de omstandigheden van ons experiment.
Een berekening van quantummechanische energieniveaus is uitgevoerd, waarbij is meegenomen
dat het H+H- deeltje zich in een elektrisch veld bevindt,
dat we echter niet precies kennen (experimentele onnauwkeurigheid);
op de horizontale as is uitgezet de waardes van het elektrische veld die we menen
te hebben in het interactie-volume van het experiment, dus daar waar de
lasers de deeltjes treffen.
De energieniveaus zitten zo dicht opeen, dat zelfs met de zeer smalbandige PDA-laser
een groot aantal toestanden tegelijkertijd zijn aangeslagen (coherentie superpositie,
ofwel een "wave-packet", zoals het in het artikel genoemd wordt).
De energieniveau-struktuur ziet er uit als in het plaatje:
Vergroting in GIF-format
;
De niveaus zijn volledig dichtgeslibt, zodat het quantumbeeld verloren gaat.
Toch zit ook in dit quantumbeeld de informatie nog verborgen. Als we een
wiskundige operatie loslaten op deze struktuur (een zogenaamde
Fourier-transformatie) dan vinden we karakteristieke oscillaties van het systeem
die inderdaad overeenkomen met de tolbewegingen van het deeltje, die ook
klassiek begrepen kunnen worden.
De frekwentie van de tolbeweging komt overeen met de beweging, die men vanuit
een klassieke theorie (en de daarbijbehorende klassieke intuitie van "draaien")
kan afleiden.
Twee bijzondere lasers (XUV-laser en een smalbandige kleurstofversterker)
Het experiment is mogelijk door het gebruik van een unieke laser, die in het
Lasercentrum VU gebouwd is in de afgelopen jaren.
Het gaat om een laser in het golflengtedomein van het extreme ultraviolet (XUV,
gedefinieerd als golflengtes korter dan 100 nanometer), die zowel
smalbandig is en golflengteverstembaar.
In dit experiment wordt een XUV golflengte gebruikt van 92.3 nm, waarmee het waterstof
molekuul in een "tussentoestand" wordt gebracht. Aangezien deze golflengte zich
niet kan voortplanten in lucht wordt het experiment in een
vacuumopstelling gedaan, die bestaat uit meerdere kamers.
In het experiment aan het H+H- systeem wordt daarnaast ook nog
een kleurstof-versterker-laser gebruikt, die als belangrijkste
eigenschap heeft dat het licht extreem smalbandig is.
Deze kleurstofversterker versterkt het licht dat wordt geproduceerd in een
zg. ringlaser; deze ringlaser bepaalt uiterst nauwkeurig de in het
experiment gebruikte golflengte.
FOM
Het recente experiment, als ook de bouw van de speciale XUV-laser, zijn gedaan
met financiele steun van de Stichting FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie).
Onderzoekers
De experimenten zijn uitgevoerd door Dr. Elmar Reinhold, van Duitse origine, die aan
de Vrije Universiteit gepromoveerd is en daarna nog een jaar als postdoc gewerkt heeft in het
Lasercentrum VU (in dienst van FOM),
in samenwerking met prof. Wim Ubachs, die verbonden is aan het
Lasercentrum VU, en als deeltijdhoogleraar aan de TU Eindhoven.
Dr. Reinhold is op dit moment werkzaam aan het laboratoire Aime Cotton, in Orsay
bij Parijs, waar hij werkt aan theoretische berekeningen aan het H2 molekuul.
Verklaring bij de figuren in het artikel
Figuur 1:
Hier zijn uitgezet de
zg. potentiele energiecurves van het waterstofmolekuul, d.w.z. de energie langs de verticale as
en de internucleaire afstand langs de horizontale as, uitgedrukt in a0, de
zogenaamde Bohr-stralen.
In het kader is aangegeven, met een gestreepte lijn, de ion-paar potentiaal,
voor het H+H- systeem.
De verticale pijlen geven de excitatie door de lasers aan. In twee stappen gaat
de potentiele energie van het H2 molekuul omhoog
naar de situatie waar het nog net een klein beetje gebonden is.
De ion-paar dissociatielimiet ligt op deze schaal bij 139713.84 cm-1.
(Vergroting)
Figuur 2:
Dit zijn de metingen waar het om gaat.
De tolbeweging van het H+H- systeem
geeft aanleiding tot een oscillatie,
die gesuperponeerd is op een afvallende curve, die samenhangt
met de levensduur van het systeem. Op de horizontale as is uitgezet (in nanosecondes)
het tijdstip van de sterke electrische veldpuls, dus het tijdstip waarop
naar het systeem "gekeken" wordt.
(Vergroting).
Soortgelijke metingen kunnen gedaan worden bij verschillende veldsterktes en bij verschillende
instellingen van de golflengte van de lasers. Steeds wordt dan weer een andere trillingstijd
gevonden. Enkele andere
Voorbeelden.
Figuur 3:
Hier zijn uitgezet de trillingstijden (of eigenlijk de trillingsfrequenties)
van de tolbeweging voor een lange reeks van metingen gedaan onder
varierende omstandigheden (laserinstellingen en aangelegde
electrische veldsterktes). De rechte lijn is uitgerekend op basis van de
bekende theorie van het waterstofatoom, waarbij wel rekening is
gehouden met de vertraging als gevolg van de zwaardere massa in het
H+H- systeem.
De kleine afwijking van de punten met de lijn zou kunnen samenhangen met het feit
dat het ene deeltje (het H- ion) geen puntdeeltje is,
maar een zekere uitgebreidheid heeft.
(Vergroting).
De opstelling waarmee deze experimenten zijn uitgevoerd
De zg. gepulste kleurstofversterker;
Vergroting.
De ringlaser;
Vergroting.
De XUV vacuumopstelling;
Vergroting.